En toen zij dit hoorden, werden zij diep in het hart geraakt en zeiden tegen Petrus en de andere apostelen:
Wat moeten wij doen?
(Geciteerd uit Handelingen 2:37)
Dit hebben de Joden zich afgevraagd in het jaar 30 na Christus, nadat ze Petrus over Jezus hoorden spreken. Datzelfde hebben wij ons ook afgevraagd en dat vraagt ook iedereen zich af die dieper over de zin van zijn leven nadenkt — of hij nu een atheïst, een Katholiek of een Boeddhist is.
Wij zijn opgegroeid in verschillende geloofsrichtingen of in een atheïstische omgeving maar we hebben allemaal vastgesteld, dat verschillende wegen niet tot hetzelfde doel leiden. Er zijn zo veel wegen waaruit we kunnen kiezen en er zijn zo veel mensen die verschillende antwoorden aanbieden: Protestanten, Katholieken, Jehovah’s Getuigen, Adventisten, Christelijk Gereformeerde Kerk, Evangelische Gemeenten, Pinkstergemeenten, Boeddhisten, Moslims, Atheïsten, … de vraag is:
Wat is de juiste weg, wat is de waarheid?
Vandaag de dag hoort men vaak het antwoord ”Iedereen heeft zijn eigen waarheid”, of ”Niemand kan het werkelijk weten”. Wij denken, dat zulke uitspraken in strijd zijn met het feit dat er een werkelijkheid/realiteit is. De aarde is rond of de aarde is plat. Beide mogelijkheden kunnen niet tegelijkertijd waar zijn. Deze ene realiteit blijft absoluut en onveranderd hoe je het ook bekijkt of wendt of keert. Zo is het ook met religieuze kwesties het geval. Het is niet mogelijk, dat twee tegenstrijdige mogelijkheden tegelijkertijd waar zijn, één voor mij en één voor jou. Als de werkelijkheid is, dat er een opstanding is na de dood, dan kan reïncarnatie niet waar zijn.
Je kan ook bijvoorbeeld niet beide dingen tegelijkertijd hebben — eeuwig leven na de dood en vernietiging van de ziel.
Als de materie door God werd geschapen, kan het niet waar zijn, dat de materie al eeuwig bestond.
Laten we nog een paar andere vragen bekijken, waar twee tegenstrijdige antwoorden niet tegelijkertijd waar kunnen zijn. Is Jezus God of niet? Verkiest God mensen voor eeuwige verdoemenis of niet? Kan een christen weer van het geloof afvallen of niet? Is de mens zondig van nature of niet? Bestaat de hel of niet?
Iedereen die God wil kennen moet bij zulke vragen toch een klaar standpunt hebben. Kunnen we onverschillig blijven wat zulke vragen betreft als we erin geïnteresseerd zijn om te weten hoe we volgens de wil van God kunnen leven.
Om antwoorden op deze vragen te vinden hebben we geen nieuwe openbaring of een speciale interpretatie-methode van de bijbel nodig. Wij denken ook niet dat wij de bron van de waarheid zijn — wij zijn niet zo arrogant om dat te denken en wij zijn ook niet perfect — maar wij denken dat de waarheid toegankelijk is omdat Jezus hem aan de mensen heeft geopenbaard.
De meeste mensen denken dat er geen absolute waarheid bestaat. In onze maatschappij is de heersende ideologie dat de waarheid relatief is. Velen zijn aan deze mening gewend geraakt en denken dat wat zij als waarheid zien voor een ander niet waar moet zijn. ”Wat voor mij goed is, is mijn waarheid”. Maar als alles hetzelfde gewicht en dezelfde validiteit heeft, maakt het dan uiteindelijk helemaal niets meer uit wat iemand denkt. De maatstaf waaraan goed en slecht, waar en onwaar gemeten wordt is dan verloren gegaan. Iedereen kan iets zoeken dat bij zijn eigen smaak en behoeften past. Mensen maken hun eigen plaatje van de hemel en kiezen de kleuren van een palet van hun eigen begeerten en wensen en maken zo hun eigen religie, die in hun situatie lijkt te passen op het moment… In feite wordt religie als een soort kunst beschouwt, zoals in de wereld van de mode waar de mensen de trends beïnvloeden en omgekeerd de trends de mensen beïnvloeden.
Maar de weg van God is anders:
Hoe wil God mijn leven veranderen?
In Gods ogen zijn alle mensen, die niet naar waarheid zoeken, gevangenen. Maar Jezus wil ons bevrijden — en wij moeten dat aannemen.
Jezus dan zei tegen de Joden die in Hem geloofden: Als u in Mijn woord blijft, bent u werkelijk Mijn discipelen, en u zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u vrijmaken. (Johannes 8:31–32)
De waarheid zal ons vrijmaken — dat betekent, dat wij de waarheid over ons zelf moeten zien. Wij moeten onze zonden toegeven en de vergeving van God door Jezus aannemen. Dan kan hij ons de kracht geven, om onze zonden te overwinnen en heilig te leven, dan kan hij ons de kracht geven om ons hele leven te geven om hem te dienen, zoals Petrus het zegt:
„Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen.” (Handelingen 2:38)
Jezus wil ons verlossen van egoïstische begeerten en seksuele zonden, ijdelheid, jaloezie, van minderwaardigheid en trots, arrogantie en de dwang altijd mensen bij de mensen in de smaak te moeten vallen.
Jezus wil ons ook bevrijden van valse leren, waar mensen door methoden om zichzelf te verlossen zich nog meer op zichzelf concentreren.
Hij wil ons ook bevrijden van verkeerde ideeën, die mensen christendom noemen, waar de mensen veel tijd en energie besteden aan sociale gerechtigheid maar niet aan het geestelijke gevecht tegen de zonden denken. Hij wil ons vrijmaken van leren, die mensen de zekerheid van Gods vergeving geven, maar waar mensen vergeten, dat als je een christen, een volgeling van Jezus wilt zijn, je dan ook moet doen wat hij zegt en gehoorzaam moet zijn.
Hij wil ons ook vrij maken van leren, die de vergeving van God verkondigen, maar vergeten op te roepen om Jezus te volgen; ook van leren die de genade van God beloven, maar geloofsgehoorzaamheid wettisch noemen. Daarom willen wij ook in onze leer en in ons leven naar Zijn wil, naar de waarheid vragen en dan ook zo handelen.
Het zoeken naar de wil van God, had ons ook tot de vraag geleid:
Hoe moet mijn leven eruitzien?
Hoe moet een christelijke gemeente eruitzien?
Bij de eerste christenen in Jeruzalem, zag het er zo uit:
En zij volhardden in de leer van de apostelen en in de gemeenschap, in het breken van het brood en in de gebeden. (…) En zij bleven dagelijks eensgezind in de tempel bijeenkomen, en terwijl zij van huis tot huis brood braken, namen zij gezamenlijk voedsel tot zich, met vreugde en in eenvoud van hart; … (Handelingen 2:42 en 46)
Voor de Christenen destijds was het vanzelfsprekend dat ze elke dag zijn samengekomen en dat ze zich met de leer hebben beziggehouden. Het was een groot getuigenis van hun interesse en liefde voor God en hun broeders en zusters in het geloof. Wij hebben ook deze grote wens om als christenen ons leven te delen met onze broeders en zusters in het geloof, om samen in de bijbel te lezen, en om deel te nemen aan de vreugde en de moeilijkheden en de geestelijke gevechten van elkaar. Wij zijn heel dankbaar, dat we in een tijd leven waar goede transportmogelijkheden en comfortabele werktijden dagelijkse christelijke gemeenschap mogelijk maken. Dagelijks samen te komen is voor ons een uitdrukking van liefde en het resultaat van de wens om te leven wat we geloven, om onze tijd voor God en de broeders en zusters in het geloof te geven. Want wat ik belangrijk vind, daarvoor gebruik ik mijn tijd!
Als iemand zou zeggen: Ik heb God lief, en hij zou zijn broeder haten, dan is hij een leugenaar. Want wie zijn broeder, die hij ziet, niet liefheeft, hoe kan hij God liefhebben, Die hij niet gezien heeft? En dit gebod hebben wij van Hem, dat wie God liefheeft, ook zijn broeder moet liefhebben. (1 Johannes 4: 20–21)
Deze intensieve gemeenschap helpt ons zeer om in staat te zijn elkaar te sterken in onze strijd tegen zonde en in de praktijk te brengen wat de bijbel leert:
… maar vermaan elkaar elke dag, zolang men van een heden kan spreken, opdat niemand van u verhard zal worden door de verleiding van de zonde. (Hebreeën 3: 13)
We willen niet op een oppervlakkige manier samen zijn of een masker ophebben voor elkaar om daardoor te verbergen wie we werkelijk zijn. Maar wij belijden onze zonden en zwakheden aan elkaar om elkaar te helpen in de strijd om een heilig leven volgens het voorbeeld van Jezus.
Een nieuw gebod geef Ik u, namelijk dat u elkaar liefhebt; zoals Ik u liefgehad heb, moet u ook elkaar liefhebben. Hierdoor zullen allen inzien dat u Mijn discipelen bent: als u liefde onder elkaar hebt. (Johannes 13:34,35)
Deze liefde willen wij leven — niet alleen op zondag of tijdens feestdagen, maar elke dag op dezelfde manier; niet alleen met een paar uitgekozen vrienden maar met iedereen die in de waarheid wil leven.